De spelregels zoals deze gelden bij
KBO het Zuiderlicht.
Het spel
1. Het spel bestaat uit een mat van 8 x 2 meter,
4 zwarte en 4 bruine koersballen en een kleine witte
doelbal, de "jack". De bedoeling van het spel is de
koersbal zo dicht mogelijk bij de jack te rollen.
De koersballen zijn massief kunststof. Ze zijn aan de zijkanten gemerkt met cirkels. Het zwaartepunt ligt iets naast het midden, zodat de ballen altijd een kromme koers beschrijven als ze op de juiste manier worden gespeeld. De kleine gekleurde cirkel geeft de zwaarste kant van de bal aan en daarmee de richting van de afwijking.
2. De mat is verdeeld in een aantal vakken en er wordt
in twee richtingen over gespeeld.
Vanaf het punt waar er gespeeld wordt zijn er
het gooivak, het eerste vak, het hoofdvak en
het eindvak.
3. Op de mat wordt er gespeeld met 2 of 4 personen, 1 tegen 1 of 2
tegen 2.
4. Vóór aanvang van het spel ontvangen alle deelnemers
een nummertje. Dit nummertje geeft aan wie elkaars
spelpartners zijn.
5. Wie tegen wie speelt ligt vast op het
wedstrijdformulier en wordt door de scheidsrechter
omgeroepen. Het spelschema is van te voren bepaald
en ligt bij de scheidsrechter.
6. Het laagste nummer van de koppels speelt met
zwart. Het tweetal dat begint wordt van te voren
bepaald door een dobbelsteen, welke wordt geraden
door het tweetal dat met bruin speelt. Heeft het
koppel dat met bruin speelt goed geraden, dan begint
bruin. In het andere geval begint zwart.
7. De spelers houden de stand bij en geven dit door aan
de scheidsrechter t.b.v. het wedstrijdformulier. Bij
moeilijke gevallen beslist de scheidsrechter ter
plekke.
8. Bij aanvang van het spel staan alle spelers aan één
zijde van de mat.
Het begin
9. De speler die begint, gooit als eerste de jack. Als de
jack tot stilstand is gekomen wordt deze in het
midden op de mat gelegd, ter hoogte van de plaats
waar hij tot stilstand kwam.
10. De jack moet echter wel op de mat blijven én over de
middenlijn komen. Is dit niet het geval, dan mag een
speler van het andere koppel de jack gooien.
Gooit een speler de jack in het eindvak dan wordt
daarvoor één punt genoteerd. Als het beide spelers
niet lukt de jack in het hoofdvak of het eindvak te
krijgen of op de mat te houden, dan wordt de jack op
het witte dwars streepje vóór het eindvak gelegd.
11. De speler die de jack goed heeft gegooid, rolt zijn
eerste koersbal. Daarna rolt de eerste speler van het
andere koppel zijn eerste koersbal. Vervolgens rolt de
tweede speler van het startende koppel zijn eerste
koersbal. Zo gaat men om beurten verder totdat alle
koersballen zijn gespeeld.
Elke speler staat achter de mat en gooit de
koersballen vanuit het gooivak tussen de buitenste
lijntjes door, van het gooivak.
12. Koersballen die niet over de middellijn gaan of die van
de mat rollen doen niet meer mee.
13. Als de jack van de mat af wordt gegooid met een
koersbal, wordt deze daar neergelegd waar hij van de
mat afrolde. Is daar geen plaats omdat er een
koersbal tegen de rand ligt, wordt de jack direct
achter deze koersbal neergelegd.
14. Als een koersbal de jack raakt en deze verplaatst, blijft
de jack liggen waar deze tot stilstand komt.
De puntentelling
15. De koersbal die het dichtst bij de jack ligt krijgt een
punt. Deze koersbal wordt dan weggehaald en dan
wordt er gekeken welke koersbal nu het dichtst bij de
jack ligt. Is deze koersbal van dezelfde partij dan
krijgt deze partij er een punt bij. Is deze koersbal van
de tegenpartij dan stopt de puntentelling.
Eindigen een zwarte en bruine koersbal op gelijke
afstand van de jack, dan krijgen beide partijen 1
punt. De notatie is dan 1-1, tenzij de jack in het
eindvak gegooid is.
Het eindvak
16. Wanneer een speler de jack raakt en deze daarna in
het eindvak komt, krijgt deze speler een extra punt.
Gaat de jack via een koersbal van de andere speler
het eindvak in, dan krijgt deze het punt.
17. Wanneer de jack in het eindvak ligt tellen alle
winnende koersballen die in het eindvak liggen dubbel.
De wilde bal
18. Het is toegestaan een tactische koersbal te spelen om
daarmee een andere koersbal weg te stoten. Het
opzettelijk hard gooien van een koersbal met het doel
om de spelsituatie te vernietigen, is verboden en
wordt als zeer onsportief gezien. Bij het gooien van
een wilde bal worden 2 extra punten toegekend aan
de tegenpartij, als de jack niet in het eindvak lag en 4
extra punten als de jack wel in het eindvak lag. De
“wilde bal” dient uit het veld genomen te worden.
19. In alle niet aangegeven situaties welke kunnen
voorkomen beslist de scheidsrechter.
KBO het Zuiderlicht Internet : kbohetzuiderlicht.jimdo.com
Oude Molenstraat 17 E-mail : kbohetzuiderlicht@gmail.com
5342 GA Oss IBAN : NL22RABO0157499626
KvK : 40218063